2 km hoger

14 augustus 2016 - Arequipa, Peru

Zaterdag 13 augustus - Om een uur of tien staan we op het busstation van Arequipa. Verkrampt van de korte-benen-plekken blij dat we weer kunnen staan. Bij een loket van een reisbureautje staat een Nederlander. Hij woont hier al 15 jaar, zegt ie, en hij is nooit meer teruggegaan naar Nederland. Apart. Gratis kaart van Arequipa gescoord. De dichtsbijzijnde Banco de la Nacion ligt 5 minuten lopen vanaf ons hotel, blijkt. Bij deze bank kunnen we de tickets voor Machu Picchu betalen. Online betalen kan alleen met Visa en die kaart hebben we niet. Als we om half twaalf aan de beurt zijn, blijkt dat de reservering maar drie uur geldig was. En niet een halve dag zoals we hadden gehoopt. We spoeden ons naar het hotel om op de laptop van Bas een nieuwe aan te maken. De bank gaat namelijk om 13 uur dicht. Om half één staan we opnieuw in de rij. Of we cash willen betalen. Bij een bank? Met onze laatste Soles betalen we de tickets. Nu eindelijk tijd voor koffie en lunch. Pff. 

Arequipa is de op één na grootste stad van Peru. Arequipa (2335m) werd gesticht toen de 4e Inca Mayta Cápac hier zijn kamp op sloeg en een aantal soldaten wilden blijven. Mayta zei toen: "Ari, quepay", dat betekent: yes, you may stay. In 1540 werd de stad opnieuw gesticht door de Spanjaarden, dit is te zien aan de karhedraal, de barokke kerken en deftige huizen. De stad heeft als bijnaam La Ciudad Blanca vanwege de vele huizen die gebouwd zijn van sillas, een witte vulkanische steensoort. In het oude centrum is het verkeer dit weekend heftig. Het is de verjaardag van de stad. Op zondag zitten er langs de route van de optocht veel mensen klaar voor het kijken naar de optocht. De krukkenverkopers doen goede zaken. 

We gaan naar de Monasterio de Santa Catalina, opgericht door Doña Martin de Guzman in 1580, een rijke weduwe die non werd. De eerste nonnen waren arme Creoolse vrouwen, dochters van Indiaanse opperhoofden en vrouwen uit rijke families. Die laatste vrouwen namen hun spullen en bedienden mee en zetten hun voorgaande leven voort, inclusief feesten. Pas in 1870 werd de bezem erdoor gehaald door de Domenicaanse zuster Josef Cadena. De in 1985 heilig verklaarde Sor Ana de los Angeles Monteagudo (1602-1686) woonde hier ook. Ze werd uiteindelijk Abdess, maar werd niet unaniem verkozen mede vanwege het feit dat ze niet kon lezen en schrijven. Er werden drie pogingen gedaan haar te vergiftigen. Volgens de overlevering verrichtte ze wel allerlei wonderen. 

1 Reactie

  1. Jan:
    20 augustus 2016
    weer een goed verhaal